#BinnenDoorDenker
"- bondig formuleren zet aan tot doordenken -"
Het is zo ingeburgerd dat je het pas door hebt als het
niet gebeurt. Voorwaarde is dat je het zelf ook moet laten. Wat ik bedoel?
Verplaats je in de volgende situaties. Jonge vrouw met rugzak wurmt zich door
de deur van volle sprinter en leunt verveeld kijkend tegen een steunstang. Man
komt de wachtkamer van huisarts binnen en vindt de laatste beschikbare stoel
tussen een borrelend stoma en twee bacillen rond niezende peuters op schoot van
hun naar sigarettenrook riekende moeder. Jij komt snackbar binnen, bestelt
drie broodjes kroket en gaat zitten; er is nog acht patat voor je. Wat gebeurt vervolgens
in deze drie omstandigheden? Wat is het meest aannemelijk? Als je kuddematig meegaat
in de grootste epidemie van ons tijdsgewricht kom je er niet achter, maar ik kan
je ongezien op een briefje geven dat zowel de railrunner, de wachtkamenier en
jijzelf in de telefoon duiken om virtueel te verdwijnen uit de massa. Om te
voorkomen dat je met een willekeurige ander moet communiceren zoek je naarstig contact
met een jouw bekend ander medium. En als niemand jou appt, dan doe je het zelf
maar. Moet staan. Wat mankeer ik ook weer? Met mosterd? Dat niveau. Ik
neem tegenwoordig het ding niet meer mee. Dan kom je nog eens aan de praat met,
bijvoorbeeld, het frietkotechtpaar van Turkse afkomst, en realiseert dat je
daar klant bent geworden omdat je het zulke aardige mensen vindt. Terwijl de
rest, in afwachting van hun vette hap, ongegeneerd asociaal blijft lijnen.
In VPROs 2DOC was recentelijk De Race te zien, over
de ontwikkeling van de kwantumcomputer, met in de hoofdrol professor Leo
Kouwenhoven in Delft. De fascinerende film opende met een citaat van vermaard
natuurkundige en Nobelprijswinnaar Richard Feynman: Wie zegt de kwantummechanica
te begrijpen, begrijpt er niets van. Gelukkig. Het is dus gewoon een kwestie
van accepteren dat één deeltje op twee plaatsen tegelijk kan bestaan en dat die
tijdloos met elkaar (of met zichzelf?) communiceren. En dat het door
Kouwenhoven aangetoonde Majorana-deeltje alleen nog maar stabiel gemaakt hoeft
te worden om een kwantumtelraam te kunnen construeren. Wat is hier zo
interessant aan? Traditionele computers lossen vraagstukken op door elke individuele
mogelijkheid met eentjes en nulletjes af te vinken. Een kwantumcomputer
onderzoekt alle mogelijkheden in een keer, omdat het met behulp van
Majorana-deeltjes en nanodraadjes op ontelbare plekken tegelijk actief is. De
rekenkracht wordt ongekend groot. Uitdagingen die de huidige computers niet
aankunnen, worden een fluitje van een cent. Te denken valt aan het
energieprobleem of toepassen van exact op de persoon afgestemde medicatie. De
basis van de kosmos en zijn inboedel is de kwantummechanica. Alles wat wij
zien, inclusief wijzelf, zijn daar volledig ondergeschikt aan. Het is koren op
de molen van religieuzen die menen dat zij naar het evenbeeld van hun schepper
zijn gemaakt. Een waar kwantumgeloof! Kunst en in het bijzonder taal en poëzie
zullen op zoveel manieren kunnen worden uitgelegd en geïnterpreteerd dat je met
een gerust hart kunt zeggen: Dit gaat ver boven mijn pet.
Dit land is zo klein dat
we alles en iedereen de maat kunnen nemen. Wie in de Verenigde Staten vraagt
hoever het rijden is naar een bepaalde plaats, krijgt niet het aantal af te
leggen mijlen te horen, maar uren. Ik was in Zuid-Afrika, in het Krügerpark, om
de Big Five te schieten, fotografisch, en ik berekende dat de dieren met 19.485
km2 zon 46% van de oppervlakte van ons land tot hun beschikking hebben. Die
lachen zich een kriek om de collegas in de Oostvaardersplassen. Onze kleine
ruimte vertaalt zich naar de heersende mentaliteit: perspectief blijkt vaak erg
beperkt. Een belangrijke oorzaak is de betrutteling door de overheid. Die is zo
ver doorgevoerd dat we het niet meer door hebben. Velen zijn niet meer in staat
om, buiten de kijkdoos, een kritische noot te kraken. Huiver mee. Echte pubers
lappen, uit hoofde van hun rol, de tenenkrommende NIX campagne aan hun laars. Het
Kinderpardon, een semantische aanval op elk menselijk hart, blijkt kil
politiek wisselgeld. Iedere burger zou zichzelf moreel aansprakelijk moeten houden
voor zijn handelen. Voelen uitzettende ambtenaren een bepaalde historische
connectie als ze op de deur kloppen van een doodsbang gezin? Beroerd word ik
van dat eindeloze gezever over eten en humaan slachten. Dat raakt de kern:
humaan betekent menslievend, niet dierlievend. Dan hebben we het nog niet
eens over de hoererende grabbelton van milieu en klimaat. Daar kan alles, te
pas en te onpas, in en uit. Denk verder, door, binnendoor! Leefde Bart Huges
nog maar.
Onlangs vertoonde het onvolprezen geschiedkundig
televisieprogramma Andere Tijden een compilatie van filmfragmenten uit de jaren
tien van de vorige eeuw. Ik kan daar niet genoeg van krijgen want ik hunker
naar een correct beeld van vervlogen tijden. Veel plaatjes en verhalen in musea
en geschiedenisboeken verkleuren en verminken de historie, sturen, steunen en heulen
met onderliggende ambities, intenties en gevoelens. De realiteit is altijd
rauwer, meer confronterend en lijkt in vele opzichten veel meer op onze tijd
dan we zelf vaak denken. Elke nieuwe generatie meet zich een bepaald
superioriteitsgevoel aan ten opzichte van de vorige. Daar begint de
bijziendheid al. Nederland bevindt zich honderd jaar geleden in een fase van
grote veranderingen, vooral van technologische aard. Elektriciteit, autos,
vliegtuigen, telefoon en film doen hun intrede of worden voor steeds meer
mensen bereikbaar. De tegenstellingen tussen oud en nieuw, zeg tussen burgers
en buitenlui, worden feilloos gefileerd in stemmig zwart-wit. Boeren, een
ouderwets juk torsend, afgewisseld met vliegtuigen op een veld dat nu Schiphol
heet. Te zien is ook een klas lagere schoolkinderen uit Volendam, allen in
klederdracht, die naar de bioscoop gaan in Amsterdam. Deze leerlingen hebben
het leven nog voor zich en zullen onderdeel worden van een generatie die,
ondanks de grote depressie van de jaren dertig en een gruwelijke wereldoorlog,
ons land verder helpt ontwikkelen. Ik realiseer me dat ze het Volendam van
vandaag niet meer zullen herkennen. Hiermee wordt het echt een cynische spiegel:
die toen zo uitgelaten en verwachtingsvolle kinderen zijn nu immers allemaal dood.
Ik heb een DNA test laten
uitvoeren om een indruk te krijgen van mijn afstamming. Dat is een risico: er
zijn streken in deze wereld waar je chromosomaal liever niet mee verstrengeld
wilt zijn. Enkele weken nadat ik een ruime hoeveelheid wangslijm naar Houston
had gestuurd kwam het verlossende bericht: ik ben een oer-Europeaan met wortels
voornamelijk in Noordwest-Europa aangelengd met wat zijinstromers uit
Scandinavië en de Britse eilanden, met uitzondering van, oh dear, Engeland. Onmiddellijk
slaat de fantasie op hol. Loop ik rond met via Dorestad geïmporteerd
Vikingbloed? Heeft Arminius, de Germaanse veldheer die hier een stukje over de
grens een enorm standbeeld heeft gekregen, de roes van zijn overwinning op de
Romeinen in de slag in het Teutoburgerwoud botgevierd op mijn stammoeder?
Vanuit Frankrijk of België kan ik me zo gauw geen gewenste verre voorouder voor
de geest halen. Wel uit Ierland, Schotland en/of Wales. Was het niet Sint-Willibrord
die de kerstening van onze streken voor zijn rekening nam? Ik denk dat zijn
zaad niet op de rotsen is beland, die hebben we hier niet, maar in sappige
moestuinen. Ik krijg nu voortdurend mails dat er nieuwe matches zijn gevonden,
tot wel in de vijfde graad dat is een eind weg. Er is echter nog geen directe
lijn naar Willibrord. Hij moet mijn stamvader zijn: ik heb nota bene op de
Willibrordschool gezeten. Als dat geen omen is! Een bijkomend randeffect van al
die nieuwe familie is wel dat ik zelf inmiddels nauwelijks meer weet wie ik
ben.
In aanloop naar blue
Monday op 21 januari voelt het weldadig ons wolkengrijze land, waar momenteel weinig
te beleven valt, te verruilen voor de aangename boorden van de Pacific. Ik ben
in Los Angeles met slechts één doel, eigenlijk twee maar uiteindelijk één: een
duo. Hoewel ik weet waar ik naartoe wil, wandel ik eerst over Hollywood
Boulevard en vind daar de eerste. Voor de tweede moet ik Vine Street inlopen. Vervolgens
op naar Valhalla Memorial Park Cemetery in Hollywood voor het graf van Oliver Babe Hardy, de
dikke, en direct door naar Forest Lawn Memorial Park in de Hollywood Hills. Ik
ben van kind af aan een groot bewonderaar van Stan Laurel, de dunne. Als ik
naar zijn graf loop barst ik spontaan hardop in lachen uit. If anyone at my
funeral has a long face, I'll never speak to him again. Dit door de komiek
zelf opgestelde grafschrift schiet mij spontaan door het hoofd. Daarna gaat eindelijk
mijn lang gekoesterde wens in vervulling: het beklimmen van de 147 traptreden
van de Music Box Steps, waarover de dikke en de dunne ooit een pianola naar
boven sleepten. De stenen trap tussen Descanso Drive en Vendome Street, vlakbij
Sunset Boulevard, toen tegen een kale heuvel gelegen, ligt ingeklemd tussen
huizen. Onderweg naar boven gaan hun even iconische, ontwapenende als komische
filmbeelden door mijn hoofd. Het is zo intens dat als Stan zijn wijsvinger in
Ollies oog prikt, ik zelf ineens wazig zie. Ik voel geen pijn, wel een traan.
Er is geen enkel goed gebruik
over dat niet onder vuur ligt. De zwartepietendiscussie is er zelf een
geworden. Nu gaat het over oudejaarstradities. Ook daar zijn inmiddels oplossingen
voor: de hulpdiensten mogen voortaan lachgas inzetten als ze worden belaagd.
Dat geldt bij zowel verbaal geweld als kanonslagen. De daders zijn toch niet
meer te helpen. Gun vreugdevuurbouwers een tripje naar deze streken om te leren
hoe je een fatsoenlijk paasvuur bouwt en hoe je met twintig melkbussen op een
rij, water, carbid en een vlam oorverdovende knallen produceert met een
beheersbaar en toch gezellig risicoprofiel. Maar ja, in deze tijden kom je niet
meer weg met een simpele vergelijking als het om de oplossing van contemporaine
problematiek gaat. Toen ik eens zei dat CO2 twee keer zoveel zuurstofatomen bevat
als koolstofatomen waarom maken we ons desondanks zo druk? werd ik
weggehoond. Ik vernam dat zelfs de SDC al tijden op zoek is naar alternatieven
voor afzichtelijke windmolenbossen en weivervangende zonnepaneelparken. Op 21
januari komen ze met een revolutionaire innovatie die een oeroude praktijk opwaardeert
naar een nieuwe klimaatneutrale energieopwekker. Berekend is dat tijdens
seksuele activiteit veel energie vrijkomt die onder meer in transpiratie en amechtigheid
nutteloos wegvloeit. Door polen aan te sluiten op de uitvoerende partners kan
het spanningsverschil tussen hen worden opgeslagen als energie. Normaal wordt zulks
eerst op fruitvliegjes getest, maar die bleken niet bestand tegen
bananenstekkers. Er is ook een serendipitair resultaat te melden: onzinnieuws blijkt
het best te worden gelezen door een erotiserende titel.
Voornemens maken voor
Nieuwjaar is flauwekul. Dat soort ambities is net als de horizon: die is er
maar komt nooit dichterbij. Niet meer roken vanaf nul uur op 1 januari? Nou ja,
die ene sigaar nog, om de vuurpijlen af te steken. Minder vlees gebruiken? Nou
ja, zonde van dat heerlijke hammetje. Daarnaast duurt de nacht nog lang en is een
stevige fundering vereist. Minder drinken? Nou ja, wel eerst flink toosten op
het nieuwe jaar. Dat doe je niet met bubbelpis van Rivella. Bovendien, een
magnum Veuve Clicquot Brut in mijn mik, maakt me tot alles bereid. Weet je wat?
Nu 2019 toch al is begonnen, schuiven we al die goede intenties maar een jaar
door. Nou ja, waarom ook niet? Ze zijn tenslotte voor jezelf het vervelendst.
Dat is de crux. Ik zou zeggen: draai het eens om. Streef naar iets waar een
ander wat aan heeft. Mijn wens voor 2019: meer wegen. Hiermee refereer ik niet aan
meer asfalt of meer gewicht. We hebben hier toch nauwelijks files en door te
blijven dampen wordt je niet moddervet in je laatste pretjaar. Al vreet je heel
het hammetjesschap van Dirk leeg. Met wegen doel ik op de manier waarop we
elkaar de maat menen te kunnen nemen. Echt out of the box denken betekent: voor
alle beschikbare informatie openstaan, die samenvoegen, kanaliseren, laten bezinken
en tot een uitgebalanceerde afweging komen die meerwaarde biedt aan het
volksgeloof. Je gemoed valt ervan af en het laat zelfs gillende keukenmeiden zwijgen.
Al twintig jaar associeer
ik de kersttijd, feest van een geboorte, met een sterven. Mijn vader zou nog
voor het einde van het jaar 78 worden, ware het niet dat hij ernstig ziek was. Geruime
tijd probeerde hij dat naar buiten toe niet te laten blijken, maar uiteindelijk
neemt ziekte elke maskerade weg. Wat is het toch wat met je! zei mijn zus.
Wat? Het is niks! Hij wist het donders goed. Lang hield hij vast aan zijn
relativerende humor. Kan ik langskomen? vroeg een oud-collega. Och, je houdt
me toch niet van mijn bed. Waar we in andere jaren als kinderen met aanhang rond
de kerstdis samen of apart aanschoven, zaten we toen met zijn allen rond zijn
sterfbed. Dat bed naar beneden halen was ook al zon ding: Dat is het begin
van het einde. Inderdaad. Ik weet niet of hij bang was voor de dood. Dat komt
omdat ik niet goed kon inschatten wat er nog over was van zijn ooit degelijke katholieke
geloof. Ik denk vooral de sfeer: in zijn laatste nacht zong mijn moeder Panis
Angelicus; hij opende zijn ogen en keek ons nog een keer aan. Wat een
ontroering! Is de tijd voor je geboorte eigenlijk dezelfde als die na je dood?
Omdat hij niet wilde gaan met kerstmis, vocht hij zich nog door die dagen en
kwam daar de ochtend erna achter. Het was goed zo. Van de geboorte van een dood
een familiedag maken is hem in extremis toch maar gelukt. Amen.
Het wettelijk verbod op
gezichtsbedekkende kleding polariseert naar een discussie over
godsdienstvrijheid. Dat is jammer, want het is een politieke. Wij koesteren
onze democratie. Hier is de macht aan het volk. Daarvoor is openheid en
zichtbaarheid een vereiste: je moet kunnen zien met wie je van doen hebt. Bovendien
is in ons deel van de wereld godsdienst gaandeweg verworden tot een soort vrijetijdsbesteding,
waarin enthousiastelingen nog altijd ongebreideld ziel en zaligheid kwijt
kunnen. Was het vroeger een bovenliggende drijfveer van handelen, tegenwoordig is
religie ondergeschikt daaraan. Beter is het over de vermenging van kerk en
staat te hebben. Ik ben voor een nog striktere scheiding dan nu het geval is en
pleit voor breed vormend onderwijs overdag en, desgewenst, godsdienstonderricht
uitsluitend buiten werktijd en in de weekenden. Dan kunnen fanatici zich
uitleven in bidden, net als die in, bijvoorbeeld, filatelie, swingen en naturisme.
Daarmee, hoe kan het toch, zijn we ineens beland aan de andere kant van het
spectrum, waar we een doorslaggevend argument vinden waarom we iemand minimaal in
het gezicht moeten kunnen kijken: nudisten mogen zich ook niet in hun
hobbykostuum op de openbare weg vertonen. De lendenstreek hoort tussen
vijgenbladen. Achter de heg, thuis of in het verenigingsgebouw prima, maar niet
op straat. Mag je je in het openbaar in alles bedekt laten zien, dan ook in
alles onthullend! We zijn het er wel over eens dat alles bedekken in een enkel
geval om esthetische redenen verantwoord is, maar het tegenovergestelde onder
naaktlopers in ruime meerderheid niet.